Het aantal mensen met een seksueel overdraagbare aandoening (soa) als chlamydia en gonorroe is de afgelopen jaren gestegen. Bij ruim 11 procent van alle soa-polibezoekers werd in 2011 een chlamydia infectie gediagnosticeerd. Bij jonge heteroseksuele bezoekers was dit percentage zelfs nog iets hoger, namelijk 15 procent.
Het aantal mensen met een seksueel overdraagbare aandoening (soa) als chlamydia en gonorroe is de afgelopen jaren gestegen. Bij ruim 11 procent van alle soa-polibezoekers werd in 2011 een chlamydia infectie gediagnosticeerd. Bij jonge heteroseksuele bezoekers was dit percentage zelfs nog iets hoger, namelijk 15 procent.
Ook het aantal opgespoorde gonorroe-infecties is de afgelopen jaren gestegen. Deze soa komt vooral voor bij mannen die seks hebben met mannen (MSM). Maar tegenwoordig wordt de soa ook bij steeds meer heteroseksuelen gevonden.
Dit blijkt uit de dinsdag gepubliceerde ‘Thermometer seksuele gezondheid’ van het RIVM.
Nieuwe soa-consulten
In 2011 lieten in totaal 113.000 mensen zich testen op een soa. Dat is 8 procent meer dan in 2010. De soa-poliklinieken van de GGD’en weten steeds effectiever mensen met een hoog risico op te sporen en te behandelen. In ruim 16.000 consulten werd één of meerdere soa gevonden, hierin is een licht stijgende trend zichtbaar over de jaren.
Het RIVM meldt dat 64 procent van de personen die voor een soa-consult kwam, aangaf geen condoom te hebben gebruikt bij het laatste seksuele contact.
Syfilis, hiv en hepatitis B en hepatitis C worden een stuk minder vaak gevonden dan chlamydia en gonorroe.
Meer over soa’s
In het artikel ‘Een soa: wat nu?’ lees je wat een soa onderzoek precies inhoudt. En in ‘De drie meest voorkomende soa’s’ lees je alles over chlamydia, genitale wratten en gonorroe.
Uiteraard geldt ook voor soa’s dat voorkomen beter is dan genezen.