Het viel onderzoekster Jessica Suisman van de Michigan State University op dat niet alle vrouwen vatbaar zijn voor de sociale druk om dun te zijn. Zij vroeg zich af of sommige vrouwen misschien een genetische aanleg hebben om te willen voldoen aan de schoonheidsnormen.
Elke dag worden vrouwen in de Westerse cultuur geconfronteerd met media waarin slank zijn de norm is. Er is een niet te ontkennen druk op vrouwen om af te vallen en in maat 36 te passen. Sommige groepen zijn van mening dat dit schoonheidsideaal bijdraagt aan de ontwikkeling van een eetstoornis. Het viel onderzoekster Jessica Suisman van de Michigan State University echter op dat niet alle vrouwen vatbaar zijn voor de sociale druk om dun te zijn. Zij vroeg zich af of sommige vrouwen misschien een genetische aanleg hebben om te willen voldoen aan de schoonheidsnormen.
“We worden allemaal dagelijks gebombardeerd met redenen waarom dun zijn beter is, maar intrigerend genoeg ontwikkelen niet alle vrouwen wat wij een slankheidsideaal-internalisatie noemen,” zegt Jessica Suisman. “Dit suggereert dat er genetische factoren zijn die sommige vrouwen vatbaarder maken dan anderen voor de druk om dun te zijn.”
Tweelingonderzoek: dun willen zijn
Om de rol van genen bij het streven naar een slank schoonheidsideaal te onderzoeken, gebruikten Suisman en haar collega’s vrouwelijke tweelingen. Eeneiige tweelingen hebben voor 100 procent dezelfde genen, terwijl twee-eiige tweelingen maar 50 procent van hun genen delen. Door de groepen tweelingen te vergelijken konden de onderzoekers kijken hoe groot de rol was van de genetische aanleg van de vrouwen bij het wel of niet dun willen zijn.
Bij meer dan 300 vrouwelijke tweelingen tussen de 12 en 22 werd gemeten in hoeverre zij wilden lijken op filmsterren of vrouwen uit tijdschriften. Als was vastgesteld in hoeverre zij dun zijn als ideaal zagen, werden de eeneiige tweelingen vergeleken met de twee-eiige tweelingen.
De resultaten lieten zien dat identieke tweelingen vaker hetzelfde denken over het dunne ideaalbeeld (dus ze vonden het allebei niet belangrijk, of ze wilden er allebei graag aan voldoen) dan twee-eiige tweelingen. Dit suggereert dat genen wel degelijk een grote rol spelen bij de acceptatie van de sociale druk om dun te zijn. Verdere analyse liet zien dat de erfelijkheid van vatbaarheid voor het ideaalbeeld 43 procent is, wat betekent dat bijna de helft van de reden waarom vrouwen dun willen zijn te verklaren is met hun genetische aanleg.
Andere oorzaken
Naast de genen is ook aangetoond dat de omgeving een grote rol speelt. Bij de tweelingen hadden verschillen in hun directe omgeving (zoals dansles, een vriendengroep die erg op gewicht let of meer blootstelling aan media die dun-zijn promoot) een grotere impact dan de algemene culturele denkbeelden waar vrouwen in het Westen aan worden blootgesteld.
bron: Eurekalert
