De Aziaten kenden ze al langer, maar nu zie je ze in Nederland ook steeds vaker: de mini-maïskolfjes. In salades, in wokgerechten of bij een dip: de kleine knapperige groente past overal bij. Maar is deze dwerggroente niet genetisch gemanipuleerd?
Doordat de mini-maïskolf een kleine versie lijkt te zijn van de bekende, ‘grote’ maïskolf, denken veel mensen dat de groente genetisch gemanipuleerd is om klein te blijven. Dit is echter niet het geval. De kolfjes zijn gewoon eerder geoogst, waardoor ze nog niet volgroeid zijn. Ze hebben ook een iets mildere smaak dan ‘volwassen’ maïs, en zijn iets lichter van kleur.
Genetische modificatie
Geen genetische goocheltruc dus, maar gewoon jonge kolfjes: in Engeland wordt deze groente dan ook heel toepasselijk ‘baby corn’ genoemd. Maar zitten in die kleinere maïskolfjes dan niet veel minder voedingsstoffen? Dat lijkt een logische gedachte, maar gelukkig klopt dit niet. Hoewel de mini-maïs weinig calorieën heeft (20 per 100 gram), en geen slechte stoffen zoals vet, zout en cholesterol bevat, zit er wel veel vitamine C in.
Hoewel deze groente dus niet genetisch is gemodificeerd, zijn er in de supermarkt ook groenten te vinden waarbij dit wel is gebeurd. Tomaten zijn bijvoorbeeld zo bewerkt dat ze langer goed blijven. Aardbeien worden met genetische modificatie groter gekweekt, en druiven worden pitloos gemaakt.
Goed idee?
Genetisch modificeren kan dus voordelen hebben. Voedsel kan zo worden bewerkt dat er meer voedingsstoffen in zitten, dat er meer van verbouwd kan worden of dat het beter groeit onder slechte omstandigheden. Zo hebben meer mensen te eten, en draagt het bij aan de oplossing van het wereldvoedselprobleem.
Toch hebben mensen ook hun bedenkingen bij genetische modificatie. De mens kan tegenwoordig heel veel naar zijn hand zetten, en gaat daarin soms er ver. Denk bijvoorbeeld aan klonen, genetische manipulatie van dieren en modificaties van gewassen die niet echt noodzakelijk zijn. Wanneer is genetische modificatie ethisch verantwoord? Daar is nog veel onduidelijkheid over.
Ook is het gevaarlijk om te veel gewassen met dezelfde genen te kweken, hoewel dat verleidelijk is als ze meer opbrengen dan ‘natuurlijke’ gewassen. Als er een plantenziekte komt die de gemanipuleerde gewassen aantast, zijn boeren in één keer hun hele oogst kwijt en kunnen hele landen zonder die voedselgroep komen te zitten. De natuur heeft uit zichzelf veel soorten en dus genetische diversiteit. Deze verscheidenheid aan genen beschermt tegen uitroeiing van een bepaald gewas: de ene soort is misschien vatbaar voor een ziekte, maar de andere niet.
Biologisch
De groenten die in de supermarkt liggen, zijn uitgebreid getest of ze geen schadelijke effecten hebben. Je kunt deze dus veilig eten. Als je toch liever ongemodificeerde groenten eet, kun je biologische groenten kopen. Deze groenten zijn niet genetisch veranderd, niet bespoten en niet op kunstmest geteeld.
Zie ook:
– Biologische voedingsmiddelen zijn niet voedzamer of gezonder
– Jongeren positief tegenover biologische voeding
