Ouders hebben belangrijke rol in overgewicht kinderen

0
2100

Kinderen snoepen teveel en bewegen te weinig. Een op de drie kinderen beweegt te weinig. Ouders hebben de grootste invloed op het eet- en leefgewoonten van hun kinderen. Ouders zijn vaak onwetenheid.

Kinderen snoepen te veel. Dat concludeerde we al in het artikel ‘Kinderen eten niet gezond‘.

Uit onderzoek onder twaalfduizend basisschoolkinderen van het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) blijkt daarnaast dat kinderen bovendien te weinig bewegen. Een op de drie kinderen beweegt te weinig: zij zijn minder dan een uur per dag actief bezig. Dit in combinatie met het teveel snoepen is de oorzaak van het feit dat er momenteel 600.000 Nederlandse kinderen te dik zijn; 200.000 hebben zelfs obesitas.

Ouders hebben de grootste invloed op de verkeerde eet- en leefgewoonten van hun kinderen. In gezinnen waar regels over snoepen bestaan, eten de kinderen vaker groenten en fruit en doen ze vaker aan sport. Bijna de helft van de jongeren heeft echter helemaal geen snoepregels thuis. De oplossing blijkt eenvoudig: minder eten en meer bewegen. Maar in de praktijk blijkt dat lastig. Ouders moeten stevig in hun schoenen staan om ervoor te zorgen dat hun kinderen niet te zwaar worden. Kijk naar het mediageweld op televisie, de verleidingen in de supermarkt en de dwingelandij van hun eigen kinderen.

Het is een misverstand dat alle ouders hun te dikke kind volproppen met chips en snoep concludeert Hiltje Oude Luttikhuis, arts-onderzoeker van het Groningen Expert Centrum voor Kinderen met Overgewicht. Veel ouders letten juist op beweging en voeding, maar weten simpelweg niet genoeg. De energiebalans hoeft maar een beetje uit evenwicht te zijn om gewichtsproblemen te krijgen.

Ouders zien vaak niet in dat hun kind te dik is, of ze schatten hun kind slanker in. Het verschil tussen een kind met een normaal gewicht en obesitas is slechts drie kilo. De kleuterperiode, tussen vier en zes jaar, is een kritieke periode voor de ontwikkeling van het lichaamsgewicht. Een kleuter die gewichtsproblemen heeft, raakt dat gewicht later moeilijker kwijt. Als een kleuter leert om met mate te eten, wordt dat eetpatroon normaal. Leert hij dat pas op latere leeftijd, dan voelt dat alsof hij zich dingen moet ontzeggen.

Kinderen die steeds dikker worden, krijgen een negatief zelfbeeld legt kinderarts Van der Baan van het Kinder Obesitascentrum Heideheuvel uit. Ze worden buitengesloten, trekken zich terug, gaan thuis achter de computer of televisie zitten, eten daar wat bij, voelen zich nog rotter, trekken zich nog verder terug, eten nog meer, enzovoort. Als ze op de lagere school geen hulp krijgen, ontsporen ze in de eerste klas van de middelbare school.

In het Kinder Obesitas Centrum leren ze kinderen wat gezond eten en drinken is: wanneer, wat, met wie en hoe. Dat ze moeten ontbijten om te voorkomen dat ze honger krijgen en de verkeerde dingen gaan eten. En de kinderen wordt geleerd hoe ze aan beweging komen. Ook de ouders moeten meedraaien in het programma. Er is veel onwetendheid. De ouders leren precies hetzelfde als hun kind. Ouders denken dat koekjes voor diabetici minder calorieën bevatten. Ze beseffen niet dat de kreet ‘0% vet’ op producten vaak betekent ‘stampvol suiker’. Sommige gezinnen hebben geen eettafel thuis en de meeste gezinnen eten niet gezamenlijk.

Echt slank worden obesitaskinderen niet in een half jaar. Een structurele aanpassing van voeding en bewegingspatroon is de enige uitkomst. De ouders spelen hierbij een cruciale rol.