Alcoholverslaving is deels genetisch bepaald. Dat blijkt uit een onderzoek van de Radboud Universiteit. Uit het onderzoek blijkt dat het bij alcoholverslaving niet om één bepaald gen gaat of een rechtstreeks verband tussen genen en verslaving, maar dat de omgeving ook voor de helft een rol speelt.
Onderzoeker Arnt Schellekens van de Radboud Universiteit onderzocht de hersenfuncties bij patiënten met een alcoholverslaving en bij gezonde personen. Hij ontdekte dat mensen die als kind een traumatische ervaring hebben gehad extra kwetsbaar zijn voor alcoholgebruik wanneer zij één van de risicogenen hebben. Heb je geen risicogenen dan ben je beter bestand tegen de nadelige effecten van traumatische ervaringen.
De onderzoeker concludeert dat een patiënt met een alcoholverslaving een minder goed functionerend beloningssysteem heeft in de hersenen. Het ‘gelukshormoon’ dopamine speelt hierbij een belangrijke rol. Een verminderde aanmaak van dopamine kan aangeboren zijn, maar kan ook het gevolg zijn van een traumatische ervaring of erge stress op jonge leeftijd.
Alcoholverslaving
De Wereldgezondheidsorganisatie liet onlangs weten dat alcohol wereldwijd verantwoordelijk is voor bijna vier procent van de sterfgevallen. Het betreft bijna 2,5 miljoen mensen en dat is meer dan aids, tuberculose of geweld. Alcohol is zelfs doodsoorzaak nummer één onder mannen van 15 tot en met 59 jaar.
Richtlijnen
Het verraderlijke van een alcoholverslaving is dat het geleidelijk ontstaat. Iemand begint met af en toe een drankje voor de gezelligheid, na verloop van tijd neemt de frequentie van die drinkmomenten toe en uiteindelijk komt de persoon in kwestie tot de ontdekking dat hij of zij niet meer functioneert zonder alcohol.
Als norm voor schadelijk geldt 21 glazen alcohol per week voor mannen en 15 glazen per week voor vrouwen. Voorwaarde is wel dat er in die week twee dagen geen alcohol gedronken wordt. Als je meer drinkt dan deze bovengrens, kan de alcohol zeer schadelijke gevolgen voor het lichaam hebben. Bekende verschijnselen zijn maagklachten, leverklachten en geheugenverlies.
