Functionele voedingsmiddelen zijn levensmiddelen waaraan een gezondheidsbevor-derende stof is toegevoegd. Zoals ijzer, vitamines, visvetzuren of vezels. Prof. dr. Frans Kok, hoogleraar Voeding en gezondheid aan Wageningen Universiteit heeft zijn twijfels over het nut van functionele voedingsmiddelen.
‘De dertig tot veertig gram vezels die ik per dag nodig heb, haal ik gewoon wel uit volkorenbrood, groeten, fruit en muesli’. Met de basisvoedingsmiddelen – volkorenbrood, plantaardige oliën, vis, groenten, fruit, mager vlees, magere melk en zuivelproducten – is een uitstekend en gezond voedingspatroon samen te stellen. Dan heb je niks extra’s nodig.
‘Als je ze als fabrikant toevoegt, doe het dan in elk geval op een logische manier. Niet in een flesje zus of een shotje zo. Stop het dan inderdaad in bruin brood of in een ander basisvoedingsmiddel, zodat de consument ook de rest binnen krijgt.’
Het gevaar van functionele voedingsmiddelen is dat het een legitimatie kan worden voor ongezond gedrag: ik heb mijn Knorr Vie en mijn Hero Fruit2day al op, dus groeten en fruit hoef ik niet meer. ‘Terwijl uit die voedingsmiddelen juist een deel van de vezels is verwijderd, om het drinkbaar te maken.’
Daarnaast is het zo dat we als consument allerlei eigenschappen aan functionele voedingsmiddelen toeschrijven die die voedingsmiddelen niet bezitten.
Dit blijkt uit onderzoek dat ZSANA heeft laten uitvoeren onder 525 consumenten door PanelClix. Zeer vaak is onderbouwend onderzoek niet beschikbaar om aanduidingen als ‘rijk aan vezels’of ‘nu met extra vitamine E’ te staven en is dan ook in zijn ogen misleidend voor de consument.
Om dit tegen te gaan heeft het Voedingscentrum een gedragscode opgesteld. Deze houdt in dat een fabrikant de resultaten van twee onafhankelijke studies moet overleggen en dat een onafhankelijke commissie van deskundigen de bewering van de fabrikant gerechtvaardigd moet vinden.
Als aan die voorwaarden is voldaan, zet het Voedingscentrum het product in kwestie met vermelding van het gezondheidseffect op zijn website. Het is een bizarre constatering dat in de tien jaar dat de code inmiddels bestaat, er slechts negen producten zijn goedgekeurd.
Als uit de tests niet het verwachte antwoord komt, dan dienen fabrikanten het verzoek tot erkenning uiteraard niet in. En dan kan zo’n fabrikant nog steeds reclame maken zonder wetenschappelijke onderbouwing. Dat is wettelijk nog steeds mogelijk.
In de winkel zijn negen functionele voedingsmiddelen te verkrijgen waarvan de werking is erkend volgens de gedragscode Voedingscentrum:
Product
Actieve stof
Verondersteld gezondheidseffect
Benecol margarine
fytostanolen
Helpt het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen (met ongeveer 10 procent)
Becel pro-activ margarine en zuivelproducten
fytosterolesters
Heltp het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen (met ongeveer 10 procent)
Vitaalbrood Pró-FIT
béta-glucan
Helpt het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen (met ongeveer 3 procent)
Vitaalbrood
prebioticum (inuline)
Ondersteunt de darmfunctie
Omegabrood
visvetzuren
Kan bijdragen aan de verlaging van fatale coronaire hartziekten, voor mensen die minder dan éénmaal per week (vette) vis eten
Danone Activita yoghurt
probiotica (lactobacillen)
Stimuleert de stoelgang
Vifit
probitiotica (lactobacillen)
Ondersteunt de barrièrefunctie van de darm
Yakult
probiotica (lactobacillen)
Kan de stoelgang verbeteren bij personen die gevoelig zijn voor constipatie, al mag dit effect bij verkoop niet letterlijk worden vermeld. Kan bijdragen aan een evenwichtige darmflora door een toename van het aantal lactobacillen.
Halvarine, yoghurt en een yoghurt van AH-huismerk met de naam ‘reducol
‘fystosterolen en -stanolen
Helpt het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen (tot 10 procent)
Bron: http://www.voedingscentrum.nl/
Dat de overheid hier niks tegen doet! Dit is misleiding.