‘Fruit is een dikmaker’. Tenminste dat denken veel mensen. Fruit bevat namelijk fructose, ook wel fruitsuikers genoemd. Het wordt in de lever omgezet in vet of verbruikt als brandstof. Fructose komt van nature in fruit voor.
Het smaakt zoeter dan glucose en wordt langzamer in het bloed opgenomen. Fructose wordt vaak in grote hoeveelheden aan onder andere frisdranken toegevoegd, voor een zoete smaak.
Uit onderzoek blijkt dat je door het eten van voedingsmiddelen met grote hoeveelheden fructose meer buikvet en een hoog cholesterol ontwikkelt. De kans op hart- en vaatziekten neemt daardoor toe. Een belangrijke reden om producten met fructose, zoals frisdrank en junkfood te laten staan.
Waarom wordt fruit dan wel aangeraden? Het verschil leggen we uit.
Fructose in frisdrank werd onlangs in verband gebracht met nierschade en nierstenen. Maar uit een recent onderzoek blijkt dat fructose ook bijdraagt aan een hoge bloeddruk. Toch bevatten frisdranken, junkfood, snoep, honing en tafelsuiker grotere hoeveelheden fructose dan fruit. Fruit bestaat in verhouding voor slechts een klein deel uit fructose en kent meerdere voordelen.
Fruit is een bron van vezels, mineralen en vitaminen. Ze bevatten weinig calorieën. Bovendien verlaagt fruit het risico op hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker. Tevens verbetert fruit de bloeddruk en draagt het bij aan een goede stoelgang. Fruit bevat weinig calorieën en veel vezels, waardoor je van twee stuks fruit per dag niet dik zal worden.
