Steeds meer vrouwen zijn overbelast. Ze moeten veel rollen thuis en op het werk vervullen. Ze hebben last van vermoeidheid, slapeloosheid en hoofdpijn. Maar wat is overbelasting precies, wat kun je er tegen doen en nog beter: hoe kun je het voorkomen?
Steeds meer vrouwen zijn overbelast. Ze moeten veel rollen thuis en op het werk vervullen. Ze hebben last van vermoeidheid, slapeloosheid en hoofdpijn. Maar wat is overbelasting precies, wat kun je er tegen doen en nog beter: hoe kun je het voorkomen?
Wat is overbelasting?
In je lichaam heb je een basistank en een reservetank met energie.
Normaal gesproken kun je het gemakkelijk redden met je basistank, maar
in sommige situaties neem je ook wat op van je reservetank.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je moet overwerken of iets inspannends
doet. Als je overbelast bent heb je teveel energie van je reserve tank
gebruikt en leef je dus eigenlijk op alle restjes energie in je lichaam.
Zwarte gat
Gevolg: je zenuwstelsel wil dat je rust gaat nemen! Doe je dit niet, dan
val je in het “zwarte gat” en krijg je last van depressieve gevoelens,
angsten, slecht slapen en zweetaanvallen.
Tijd dus om hier iets tegen te doen!
Wat kun je tegen overbelasting doen?
Het antwoord is heel simpel: niksdoen. Je lichaam heeft weer energie
nodig en die krijg je alleen maar als je dingen doet waar jij ontspannen
van wordt. Ga bijvoorbeeld een boek lezen, tv kijken of de hele dag in
bed liggen.
Als je lichaam dan weer wat energie heeft opgebouwd, kun je weer rustig beginnen met je dagelijkse dingen.
Hoe kun je overbelasting voorkomen?
– Plan elke dag een moment voor jezelf.
– Zeg eens wat vaker “nee” tegen uitnodigingen van mensen.
– Wees niet te perfectionistisch. Als je bijvoorbeeld een etentje
organiseert hoef je echt niet de hele avond in je eentje rond te rennen
met dranken en hapjes. Vraag je gasten om je te helpen.
– Voel je niet verantwoordelijk voor alles en iedereen. Dat brengt alleen maar stress.
– Als je ergens mee zit, praat er dan over met iemand en krop het niet op.
– Ga sporten!
Bron: Vrouwonline.nl
