In 1923 werd het wattenstaafje door de Amerikaan Leo Gerstenzang uitgevonden. Het kleine plastic stokje met aan elk uiteinde een plukje watten kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden zoals het smeren van zalf op de huid, het reinigen van cassettebandjes of het nemen van een speekselmonster. Het bekendste doeleinde is het schoonmaken van onze oren. Maar artsen waarschuwen steeds vaker voor het gevaar van wattenstaafjes.
Wattenstaafjes slecht voor je oren
Het kan namelijk slecht voor je oren zijn om oorsmeer met een wattenstaafje te verwijderen. Door het kleine stokje is er een grote kans dat je het oorsmeer er niet uit haalt, maar juist verder in je oor duwt dan waar het thuishoort. Hierdoor komt er oorsmeer op plaatsen waar het niet op natuurlijk wijze kan komen. Dit kan tot eczeem, infecties en soms zelfs levensgevaarlijke beschadigingen leiden.
 Stop met wroeten
Veel mensen wroeten met het wattenstaafje in hun oren en maken de oren vaak overmatig schoon. Dit is slecht voor de gezondheid van onze oren. Oorsmeer is functioneel en kan soms nuttig zijn. De huid in onze oren is dun en het oorsmeer dient als bescherming. Ook zorgt het ervoor dat de huid niet uitdroogt en soepel blijft. Ook is het oor een orgaan dat zichzelf reinigt. Het vangt vuil op en voert deze direct ook weer af.
Beschadiging trommelvlies
Naast infecties kan het reinigen van oren met wattenstaafjes ook een beschadiging aan het trommelvlies veroorzaken, wat soms zelfs levensgevaarlijk kan zijn. Met een wattenstaafje kan iemand een gat in het trommelvlies maken en deze beschadigen. Het advies is daarom dam ook om je oren schoon te maken met een voorwerp dat niet geheel in het oor past. Volgens artsen is je vinger daarom een goed alternatief voor het eeuwenoude wattenstaafje. Het wattenstaafje zou volgens hen daarom niet langer in onze badkamer thuishoren.